Ons land zit vol wateren; vroeger waren deze waterwegen ook dé verbindingen tussen steden en dorpen. Geen wonder. Ga maar na: voordat de auto er was, ging een vracht met de oogst van het land per schuit het gemakkelijkst. Het waren de waterwegen die de dorpen met elkaar verbonden. Zo kon het eten van het land bij de mensen in de stad komen. Met een beetje winter best lastig, maar alles is dan van het land. Tijd voor rust. En tijd voor bezoek van vrienden en bekenden aan elkaar. Op de schaats van A naar B.
Maar wat zijn nu de plekken waar we ijs kunnen verwachten? We zetten ze even op een rijtje; in volgorde van beschikbaar komen.
Ondergelopen landjes
Als het ijs op de slootjes nog te dun is, zijn de ondergelopen landjes vaak al geschikt om te beschaatsen. Je vindt ze op veel plekken in het land. Soms worden stukken land ook bewust onder water gezet om te kunnen schaatsen.

Vennetjes en bosmeertjes
De bosvennetjes zijn vooral voor de pioniers: na een paar vorstnachten durven ze het te proberen. Soms met een paar natte voeten als gevolg, maar het ijs lonkt te hard om te wachten. De andere, grote groep schaatsers komt een of twee dagen later.

Landijsbaan
De landijsbaan gaat open als het ijs 8 cm dik is. Veel schaatsclubs, ijsclubs en schaatsverenigingen werken met leden. Wie lid is kan het gemakkelijkst (en het goedkoopst) de baan op. In de coronawinter 2020/2021 mochten bij sommige ijsclubs alleen leden beneden 17 jaar het ijs op.
Als de landijsbaan open is: veilig schaatsen
Sloten en kanalen
Als de vorst een dag of drie zijn werk heeft kunnen doen vriezen ook de meeste sloten wel voldoende dicht. Wie in de omgeving woont kan iedere dag even testen. En dat gebeurt dan ook bij de meeste boerensloten.

Grachten
Met een beetje geluk én een paar flink koude nachten kan het gebeuren dat de grachten dicht liggen en het ijs dik genoeg is om op te schaatsen. In de korte winter van 2020/2021 vroren de Utrechtse grachten binnen een week dicht.

Vaarten
Als de sloten stevig ijs hebben, komen langzaam de vaarten in beeld. Het water is er dieper en soms is er ook meer onderstroom. Pas als de gemalen dicht zijn, kan het ijs op deze wateren ook sterker aangroeien.

Meren
Pas bij strengere vorst komen de meren in beeld. Het zijn grote ijsvlakten, die vooral onder invloed staan van de wind. De wind houdt de eerste ijsvorming tegen door de golven, maar later als in een windstille nacht de eerste ijslaag gevormd is, kan de wind ook weer het gevormde ijs afbreken of er kunnen grote windwakken ontstaan. Deze windwakken kunnen later dichtvriezen, waardoor dus eigenlijk een gladde vloer ontstaat, maar met wisselende ijsdikte.

LEES/KIJK MEER
- Volg de tips van de KNSB
- Bekijk de website van Erik Ekkel
- Bekijk de eerder gereden routes op Schaats-routes.nl